Een aantrekkelijke stad en prettige dorpen
- Inrichtingsstrategie: Om een stad als Ede aantrekkelijk te houden, zal de openbare ruimte stevig moeten veranderen: meer groen en meer verblijfs- en speelruimte voor mensen. De auto krijgt een minder nadrukkelijke plaats in onze buitenruimte. De fiets, het openbaar vervoer en groen komen daarvoor terug. Hiervoor is een goede strategie op de buitenruimte nodig. Hierbij wordt ook samengewerkt met welzijn.
- Fietsvriendelijk Ede: Het gebruik van de fiets bevorderen we door op alle strategische plaatsen genoeg fietsenstallingen te plaatsen en te investeren in stoplichtloze fietssnelwegen. Bij nieuwbouw of herstructurering van wijken wordt uitgegaan van ‘omgekeerd ontwerpen’. Dit houdt in dat fietsers en voetgangers leidend zijn en de auto-ontsluiting volgt.
- Bomen en parken: Eén volwassen boom kan een koelcapaciteit hebben van tien airco’s. Er zijn meer bomen en groen nodig voor gezondheid, klimaatadaptatie en welzijn in de dorpen en Ede. We stellen een vergroeningsstrategie op en zetten ons in voor meer dorps- en stadsparken op centrale locaties.
- Meer openbaar vervoer: Met meer huizen en hoogbouw is het belangrijk om het openbaar vervoer te verbeteren en een aantrekkelijk en betaalbaar alternatief voor de auto te laten zijn. We maken werk van station Ede-West en stellen een actieplan op om het OV te verbeteren.
- Parkeerbeleid: Voor woningbouw in de stad zijn de parkeernormen vaak een probleem. We maken ruimte om dit op andere manieren op te lossen, bijvoorbeeld door lagere parkeernormen, deelvervoer of geclusterd parkeren op enige afstand. Wel houden we goed in de gaten dat dit op een realistische manier wordt uitgevoerd.
- Wandelpaden en trottoirs: Een fijnmazig netwerk van wandelpaden met bankjes om te ontmoeten en rusten is inzet in alle wijken. De ChristenUnie is blij met de vele mooie paden in de omgeving en juicht onderhoud van dit netwerk en uitbreiding in de wijken toe. Ook zijn velen afhankelijk van goede trottoirs. Brede stoepen zonder struikeltegels is de norm voor heel de gemeente.
- Looproutes en wachtplaatsen: Voor ouderen en andere mensen die minder mobiel zijn, worden de looproutes naar het centrum, belangrijke ontmoetingsplekken en voorzieningen zoveel mogelijk aangepast naar hun behoeften. Bushaltes zijn ook toegankelijk voor ouderen en gehandicapten.
- Fietspaden: De fietsfamilie is uitgebreid: van stadsfietsen tot racefietsen, van driewielers voor peuters tot brede fietsen van fietsmaatjes. In allerlei soorten en maten maken we met elkaar gebruik van dezelfde fietspaden. Om gezond fietsgedrag te stimuleren en veiligheid te garanderen zijn brede en veilige fietspaden nodig. In de natuur zorgen we dat de fietspaden niet de natuur te veel verstoren.
- Fietsplan: We zetten ons in voor de concrete uitvoering van het huidige fietsplan. Daarnaast hebben we de ambitie om in en tussen wijken het fietsverkeer een betere plek te geven. Daarbij zijn routes naar scholen en intensief gebruikte fietsroutes een extra aandachtspunt in de analyse. Verbeterpunten uit deze analyse worden aan het fietsplan toegevoegd.
- 30 km/u nieuwe 50 km/u: Binnen wijken rijdt men 30 km/u. Dit vergroot de veiligheid en zorgt ook voor minder overlast en uitstoot. In straten zonder voetpad is dit 15 km/u. Binnen de bebouwde kom hebben wegversmallingen als veiligheidsmaatregel de voorkeur boven andere maatregelen in verband met gebruik door hulpdiensten. Binnen de 30km/h-zones is er een voorkeur voor wegen met klinkers, omdat hierop bewezen minder hard wordt gereden en deze klimaatadaptiever zijn.
- Provinciale wegen: Voor de N224 en andere provinciale wegen dringen we er bij de provincie op aan dat er meer verkeersveiligheidsmaatregelen genomen worden.
- Verkeer in wijken: Parkeren en pakketpunten worden strategisch in (bestaande en nieuw te ontwikkelen) wijken geplaatst, zodat wijken autoluwer, veiliger en groener kunnen worden.
- Spelen in openbare ruimte: De openbare ruimte wordt aantrekkelijk vormgegeven met veel (natuurlijke) beweeg- en speelaanleidingen en met aandacht voor levensloopbestendigheid en inclusiviteit. Dit wordt samen met wijken en dorpen vormgegeven en de gemeente voert regie. Concreet zetten we ons in voor één of meerdere belevenisbossen.
- Duurzame mobiliteit: In dorpen en wijken krijgen duurzame mobiliteitsvormen meer ruimte. Zo wordt er een actieplan opgesteld voor het bevorderen van laadcapaciteit.
- Bereikbaarheid kernen: Goede bereikbaarheid van de kernen is een belangrijk punt. Samen met de Provincie en gebruikmakend van nieuwe mobiliteitsvormen moet de gemeente Ede werken aan een dekkende bereikbaarheid.
- Verbindingen tussen wijken: Wijken zijn zoveel mogelijk afgesloten van doorgaand verkeer. Doorgaande (spoor)wegen kunnen een barrière vormen voor fietsers en voetgangers om zich tussen wijken te begeven. Doorgaande wegen worden veiliger om over te steken en we zorgen dat fietsers en voetgangers zich veilig en snel tussen wijken kunnen verplaatsen.
- Slimme verlichting: Openbare verlichting is noodzakelijk voor sociale veiligheid en voor het voorkomen van ongelukken. Aan de andere kant is het belangrijk dit te beperken in verband met lichtvervuiling en de effecten hiervan op de natuur. We zetten daarom in op slimme verlichting: verlichting die in tijd en intensiteit zoveel mogelijk wordt beperkt tot de moment waarop het nodig is.