ChistenUnie vraagt duidelijkheid over arbeidsrelatie Wsw-werknemers
Op 1 januari jl. is Werkkracht Ede van start gegaan. Zij voeren de Participatiewet uit voor gemeente Ede en begeleiden alle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de zoektocht naar een passende werkplek. Ook de Wsw-werknemers, die voorheen werkzaam waren bij Permar, vallen hieronder. Er is door de gemeente Ede gekozen voor een constructie waarbij het formeel en materieel werkgeverschap van elkaar wordt gescheiden en het materieel werkgeverschap bij Werkkracht Ede is belegd. Als raadslid wil ik graag duidelijkheid over wat dit betekent voor de arbeidsrelatie van deze Wsw-werknemers, hoe daarover gecommuniceerd is en hoe het zit met de verdeling van verantwoordelijkheden en gelden en daarom heb ik hierover schriftelijke vragen gesteld aan het college.
Schriftelijke vragen van het raadslid Dirjanne van Drongelen van de fractie ChristenUnie, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.
Datum: 10 april 2018
Onderwerp: Aanwijzingsbesluit Werkkracht Ede B.V.
De opheffing van Permar en de gewijzigde Participatiewet zijn aanleiding geweest om in Ede een participatiebedrijf te ontwikkelen voor dienstverlening aan de brede doelgroep van de Participatiewet. Dit zijn alle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, inclusief de Wsw-werknemers die voorheen werkzaam waren bij Permar. Op 11 mei 2017 heeft de raad kennisgenomen van het collegebesluit om over te gaan tot de oprichting van het nieuwe participatiebedrijf in de vorm van een overheids-B.V., welke later de naam Werkkracht Ede heeft gekregen. De uitvoering van de Participatiewet is daarmee bij Werkkracht Ede belegd.
In het weekbericht van donderdag 8 maart 2018 zijn we als raad geïnformeerd over de onmogelijkheid om Werkkracht Ede formeel werkgever te laten zijn voor de Wsw-werknemers. Dit bleek uit recente nieuwe jurisprudentie. Middels een aanwijzingsbesluit is geformaliseerd dat Werkkracht Ede het materieel werkgeverschap namens de gemeente uit zal voeren, gemeente Ede is daarmee formeel werkgever voor de Wsw-werknemers.
Als ChristenUnie zetten we in op een samenleving waarin iedereen meetelt en naar vermogen meedoet als onderdeel van een waardevol leven voor iedereen. Juist voor deze kwetsbare werknemers vinden we het van belang dat duidelijk is waar zij in het kader van hun arbeidsrelatie aan toe zijn en dat hierover zorgvuldig wordt gecommuniceerd. Daarnaast willen we graag transparantie over de verdeling van verantwoordelijkheden en gelden. Dat brengt mij op onderstaande vragen.
1.) Kan het college aangeven op welke jurisprudentie wordt gedoeld?
De Wsw-werknemers zouden van deze verandering niets merken. In hetzelfde weekbericht wordt geschreven dat alle Wsw-werknemers van gemeente Ede vorig jaar een brief hebben ontvangen waarin staat dat de arbeidsvoorwaarden conform de cao-Wsw voor 100% worden nagekomen.
Communicatie is van groot belang en we hebben in het proces naar de start van Werkkracht Ede gezien dat de gemeente hier fors op in heeft gezet. Werknemers hebben het recht op informatie die hen aangaat. Tegelijk moet daarbij de afweging gemaakt worden in hoeverre dit voor onnodige onrust kan zorgen.
2.) Is de brief waar in het weekbericht aan gerefereerd wordt verstuurd n.a.v. het gewijzigde formeel/materieel werkgeverschap? Oftewel; zijn de Wsw-werknemers van deze wijziging op de hoogte gebracht? Welke afwegingen zijn hierin gemaakt om dit wel/niet te doen?
Op 14 december 2017 heeft de raad een bedrag van €550.000,- beschikbaar gesteld aan Werkkracht Ede B.V. voor het treffen van een voorziening vakantiegeld voor de Wsw-werknemers. Nu blijkt dat de Wsw-werknemers per 1 januari formeel zijn overgegaan naar gemeente Ede zou je verwachten dat dit beschikbaar gestelde geld aan Werkkracht Ede B.V. terug zou moeten komen naar de gemeente, omdat deze voorziening bij Werkkracht Ede niet meer getroffen hoeft te worden. Er is namens de ChristenUnie al navraag gedaan hierover met als antwoord (waarvoor dank) dat met het materieel werkgeverschap Werkkracht Ede de financiële verplichtingen draagt en daarmee ook het treffen van een voorziening vakantiegeld. Om dit goed helder te krijgen nog de volgende vragen:
3.) Klopt het dat de arbeidsovereenkomst voor de Wsw-werknemers is gesloten met de formeel werkgever, gemeente Ede?
4.) Kan het college toelichten welke verantwoordelijkheden wettelijk gezien onder formeel werkgeverschap en welke onder materieel werkgeverschap vallen?
5.) Kan het college inzicht geven in de onderlinge verdeling van taken en bevoegdheden van gemeente Ede en Werkkracht Ede B.V.?
6.) Kan het college aangeven welke (financiële) risico’s er voor de gemeente Ede verbonden zijn aan het formeel werkgeverschap en voor Werkkracht Ede B.V. aan het materieel werkgeverschap van de Wsw-werknemers?
Ik verzoek u deze vragen binnen de gestelde termijn van 30 dagen te beantwoorden.
Dirjanne van Drongelen,
E. dirjanne.van.drongelen@ede.nl