Vragen over de besteding van cultuurgelden
Naar een concert gaan, een museum bezoeken, boeken lenen en studeren in de bibliotheek, muziekles... cultuur voegt echt iets toe en kan de gemeenschap versterken. In deze coronatijd merken we hoe de aanwezigheid en bijdrage van de cultuursector wordt gemist.
Namens ChristenUnie Ede heeft Sandra Kooij raadsvragen aan het college gesteld over hoe geld dat het Rijk geeft om de Edese cultuursector te helpen wordt besteed. Daarnaast zijn we benieuwd hoe de gemeente samen met de cultuursector werkt aan visie voor de toekomst en ruimte geeft voor innovatie en wat wél kan.
Cultuur voegt echt iets toe en kan de gemeenschap versterken. Dat is juist in coronatijd weer duidelijk geworden. De aanwezigheid en bijdrage vanuit de cultuursector worden gemist. Het is mooi om te zien dat er juist in deze sector heel veel creativiteit aanwezig is en dat dit een kracht is die in deze moeilijke tijd ook kansen biedt voor innovatie. Innovatie zit immers in het DNA van de cultuursector.
Het is duidelijk dat de schade aan de cultuursector door de coronacrisis nog lang doorloopt. In ‘Corona, cultuur en gemeente; de informatiegids over gemeentelijke coronasteun aan de lokale culturele infrastructuur’1 staat: “In het najaar van 2020 is - als onderdeel van een totaalpakket van € 482 miljoen - € 150 miljoen aan de gemeenten beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van de lokale culturele infrastructuur in 2021. In dit pakket is opgenomen dat gemeenten hiermee in staat worden gesteld om hun cruciale lokale culturele infrastructuur in 2021 te ondersteunen.”
De ChristenUnie heeft de volgende vragen aan het college:
- Welke bedragen zijn door het rijk aan de gemeente Ede uitgekeerd als het gaat om coronasteun aan de lokale culturele infrastructuur? Hoeveel daarvan is inmiddels besteed?
- Worden lokale ondernemers in de culturele sector betrokken bij de besteding van de extra middelen en visievorming voor de periode die voor ligt? Zo ja, op welke manier?
- Hoe zijn de extra middelen (de decentralisatie-uitkering) besteed? Aan welke doelen, personen en/of organisaties is ‘subsidie’ uitgekeerd? Op welke manier heeft het college een goede besteding van de middelen gerealiseerd? Welke kaders/voorwaarden zijn daarbij gebruikt?
- In de informatiegids van de VNG wordt de gemeente Barneveld als voorbeeld genoemd van een gemeente waar juist dankzij de steunpakketten geïnvesteerd wordt in innovatie van de sector. Zijn er in Ede gelden specifiek ingezet voor innovatie? Zo ja, op welke manier?
- Er is een specifiek steunpakket (zie paragraaf 3.8. in de reeds genoemde informatiegids) gericht op het sociaal en mentaal welzijn & leefstijl. Welke visie heeft - en welke investering doet- de Gemeente Ede om hier vorm aan te geven?
- Als gevolg van alle coronamaatregelen is het culturele leven schraal geworden, ook voor kinderen en jongeren. Er is weinig ruimte voor creativiteit. Ziet de gemeente Ede kans om juist nu te investeren in cultuuronderwijs op scholen of andere vormen van het dichterbij brengen van cultuurvormen? Ook voor de periode na corona? Hoe kunnen bestaande vormen en middelen daarvoor worden ingezet? Ook de beschikbare steunpakketten bieden hiervoor kansen.