Uitgebreide reactie ChristenUnie op Rekenkamerrapport 'Wonen is meer dan bouwen'
In februari 2023 presenteerde de Rekenkamer van Ede een rapport getiteld: 'Wonen is meer dan bouwen'. Hierin worden best stevige conclusies getrokken. In dit stuk gaat raadslid Niek van den Brink nader in op enkele uitspraken in het rapport.
“Concrete uitvoeringsafspraken zijn nodig om de realisatie van gestelde doelen en ambities dichterbij te brengen. Het SMART maken van afspraken kan helpen bij het scherper formuleren ervan. Bovendien helpt het in de monitoring en evaluatie van afspraken, omdat afspraken meetbaar worden en er duiding kan worden gegeven.”
We hebben dringend behoefte aan nieuwe SMART geformuleerde uitvoeringsafspraken, gebaseerd op een visie die we als gemeente Ede hebben voor het thema ‘wonen’. Uitvoeringsafspraken gaan ons helpen om te monitoren. Zonder concrete doelen missen we de strategische grote lijn en hoppen we van bestemmingsplan naar startnotitie. Allemaal losse plannen waarbij de grote lijnen moeilijk te herkennen zijn.
“De afdeling wonen geeft in het interview aan dat ondanks de intensieve samenwerking tussen de verschillende domeinen, de afdeling soms wordt verrast door beleid dat door andere domeinen wordt vastgesteld, terwijl dit beleid van impact is op het woondomein. In gesprekken komt naar voren dat de afdeling wonen hierin ook een rol ziet weggelegd voor de raadsleden, namelijk dat zij bij besluitvorming op andere thema’s dan wonen zelf de ambitie van het woonbeleid in hun achterhoofd houden.”
Het zogenaamde integraal werken, ontschotten, beleidsterrein overstijgend werken. Het is een blijvend aandachtspunt. Omdat wonen aan zoveel beleidsterreinen raakt (denk aan duurzaamheid, veiligheid, groen, sociaal domein etc.) moet er goede afstemming zijn tussen de beleidsterreinen. In de nabije toekomst wordt er nogal veel gebouwd in onze gemeente. Als de afstemming onvoldoende is, creëer je de problemen van morgen. Omgedraaid, als de afstemming goed is, kan je problemen van vandaag (bijvoorbeeld het tekort aan woon-zorgconcepten) oplossen voor de toekomst.
“Met het Actieprogramma zoekt de gemeente verbinding met alle betrokkenen rondom het wonen. In de Woonvisie is het voornemen opgenomen dat het Actieprogramma in de (nabije) toekomst zal evolueren tot een programma waarbij de partners langzaam meer verantwoordelijkheid nemen voor de uitvoering. Hierdoor wordt het woonbeleid in de uitvoering steeds meer gedragen door partners. We hebben niet teruggevonden dat dit is gebeurd.”
Het is belangrijk dat de verbinding tussen betrokken partijen tot stand gaat komen. De uitdagingen van deze tijd zijn dusdanig groot, dat samenwerking een vereiste is. We hebben ambities op het gebied van klimaat, betaalbaarheid, doorstroming etc. Als we niet samenwerken, zal elke betrokkene vooral opkomen voor z’n eigen belangen, waardoor ambities en doelstellingen tegen elkaar uitgespeeld dreigen te worden.
“Hierbij geven de geïnterviewden aan dat iedereen zich realiseert dat ook de betaalbare woningen gerealiseerd moeten worden, maar dat dit door bredere (financiële of kwalitatieve) afwegingen wel onder druk kan komen te staan in woningbouwprojecten. Dit dilemma kan leiden tot fricties tussen de beleidsvelden en ingewikkelde discussies. De afdeling wonen zou in de toekomst graag meer over dit spanningsveld en bijbehorende dilemma’s in gesprek willen gaan met het bestuur en de gemeenteraad, en hun de keuzes en consequenties nadrukkelijker willen voorleggen. Op welke manier dat kan worden vormgegeven moet nog worden uitgedacht.”
Deze zinsnede baart mij zorgen. Er is een schreeuwend tekort aan betaalbare woningen. Dat het ontwikkelen van deze betaalbare woningen niet vanzelf gaat, moge duidelijk zijn en is niet van de laatste jaren. Dat betaalbaarheid onderhandelbaar lijkt voor geïnterviewden, stemt mij niet vrolijk. We zullen alles op alles moeten zetten om met name betaalbare woningen (huur én koop) toe te voegen in Ede. Dat dit hier en daar spanning oplevert, is evident. Echter, daar moeten we passende maatregelen op nemen, zoals het inzetten van het woningbouwfonds. Hiermee kunnen we ontwikkelingen op het gebied van sociale woningbouw mogelijk maken, die anders niet te realiseren zijn.
“In het MPG van opvolgende jaren wordt de Woonvisie slechts terloops genoemd en wordt nergens gesproken over monitoring en evaluatie van de Woonvisie.”
Dit zal in de toekomst moeten veranderen. In onze cycli zullen we het grote plaatje steeds voor ogen moeten houden. Aan welke doelen wordt er concreet gewerkt? Waar zit de voortgang? Wat behoeft meer aandacht? We zullen steeds terug moeten grijpen op onze visie voor Ede. Hoe willen we wonen in deze prachtige gemeente en wat is daar voor nodig?
“Jong en oud wonen samen in wijken en dorpen: door middel van gebiedsgerichte verkenningen zou dit inzichtelijk worden gemaakt. In correspondentie met betrokken ambtenaren wordt aangegeven dat deze verkenningen waarschijnlijk wel hebben plaatsgevonden, maar vooral voor ambtelijk gebruik. Er kan echter geen ‘bewijs’ worden overgedragen dat het plaatsgevonden heeft.”
Gemixte wijken. Dat is belangrijk voor de vitaliteit van wijken. Jong en arm, rijk en arm. Breng ze in contact met elkaar door hen naast elkaar te laten wonen. Laten we voorkomen dat we eenzijdige wijken krijgen waar problemen uit voortkomen. Jong en oud in dezelfde wijk kan ook zorgen voor doorstroming. Als een wijk die vertrouwd is voor een senior voldoende mogelijkheden biedt voor doorstroming naar een seniorenwoning, dan kunnen we op diverse terreinen winst boeken. Het zou mooi zijn als deze gebiedsgerichte verkenning boven water kan komen. Dan weten we waar we voor de bestaande woningvoorraad doelstellingen moeten formuleren.
“Hetzelfde geldt voor het vijfde spoor van de Woonvisie (duurzame en levensloopbestendige woningvoorraad). Doordat doelen in de Woonvisie op dit thema weinig concreet en meetbaar zijn, is het ook lastig te checken of ze gehaald zijn. Een voorbeeld vinden we bij het thema doorstroming: er wordt in de Woonvisie benadrukt dat doorstroming bevorderen een belangrijk item is, maar in de dossierstudie zijn geen aanwijzingen te vinden dat hieraan is gewerkt.”
Dit is toch wel teleurstellend. Zo vaak is er in de gemeenteraad gesproken over doorstroming. Het is erg jammer om te lezen dat hier zo weinig mee gedaan is. Gelukkig vernam ik onlangs van Woonstede dat er beweging in komt. Binnenkort start Woonstede met een pilot. Een pilot waarbij senioren die een gezinswoning verlaten voor een seniorenwoning in aanmerking kunnen komen voor huurbehoud en andere aantrekkelijke regelingen. Zo kunnen senioren worden verleid om ruimte te maken voor gezinnen, zonder er zelf qua financiën of comfort op achteruit te gaan.
“In 2019 is gestart met een verkenning van mogelijkheden tot het faciliteren van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Motie Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, 15 november 2018. Zoals eerder benoemd in paragraaf 3.1.1. wordt gerefereerd aan bijzondere of exclusieve woonmilieus. De ambtelijke organisatie geeft aan dat er wordt gewerkt aan een beleidskader voor CPO. De focus ligt momenteel op de projecten waar aantallen kunnen worden gehaald. Intussen is door de gemeente in enkele gevallen wel de mogelijkheid geboden aan initiatiefnemers om via CPO te ontwikkelen, door het reserveren van locaties bijvoorbeeld.”
Het is diep treurig dat het beleidskader voor CPO er nog steeds niet licht. Ruim 4 jaar later. CPO kan bijdragen aan betaalbaar wonen en het creëren van cohesie tussen toekomstige buren. In het verleden zijn er diverse CPO projecten geweest in de gemeente Ede die nogal stroef verliepen. Dit kan en moet anders. Met uitnodigend beleid en heldere kaders is er een wereld te winnen!
“Het instellen van een raadswerkgroep kan ervoor zorgen dat het thema wonen in de volle breedte, vooral op strategisch niveau, op structurele wijze geborgd is in de gemeenteraad. Dit komt de consistentie van het beleid ten goede en zorgt er ook voor dat er van reactief naar proactief handelen gewerkt kan worden.”
Het is de hoogste tijd voor een raadswerkgroep Wonen waarbij de raad in stelling gebracht wordt om haar controlerende taak goed uit te kunnen voeren. Een werkgroep waarbij de raad in de lead is. De raad die de onderwerpen agendeert, niet het college. Op deze manier houden we zicht op de grote lijnen, het grotere plaatje. Zo kunnen we werken aan een Ede waar het goed wonen is.