Bijeenkomst over wonen: bouwen aan verbondenheid
Op 14 oktober waren Jan Willem Middelesch, Noralie Gebremedhin en Niek van den Brink in hartje Utrecht voor een ChristenUnie-bijeenkomst over het thema wonen. We bespraken de uitdagingen van de wooncrisis aan de hand van drie onderwerpen. Graag vertellen we kort iets meer over deze thema’s en denkrichtingen voor de toepasbaarheid in het beleid van gemeente Ede.
1. Individualisering van het woonruimtegebruik
We zien dat de huishoudgrootte per woning sterk aan het afnemen is. We trouwen minder, er komen minder kinderen, we worden ouder en er zijn meer scheidingen. Dit betekent iets voor onze woningvoorraad. Het is belangrijk om meer en kleiner te bouwen om aan de vraag te kunnen voldoen. Maar, het is ook belangrijk dat we niet klakkeloos de trends volgen en individualisering bevorderen. Als we meer appartementen gaan bouwen of studio’s, dan is het belangrijk om voldoende ‘wij-ruimte’ te creëren in het ontwerp. Plekken waar we elkaar ontmoeten. En dan niet alleen in het trappenhuis of in de lift. Het vraagt om ruimtelijke ontwikkeling met een visie. Werken aan de wooncrisis gaat veel verder dan het neerplempen van huizen. We moeten bouwen aan gemeenschappen, juist wanneer de samenleving rap individualiseert.
2. De woningmarkt als sociaaleconomische ongelijkmaker
Er is scheefgroei in de woningmarkt. Sociale huur wordt steeds meer exclusief bestemd voor de allerlaagste inkomens en de koopwoningen worden alleen nog bereikbaar voor mensen met een inkomen ruim boven modaal. Daarbij worden kopers fiscaal geholpen door de hypotheekrenteaftrek en huurders ontvangen ondersteuning via de huurtoeslag. Er valt een grote groep tussen wal en schip. De net-niet-kopers. Zij die teveel verdienen voor sociale huur en te weinig om te kunnen kopen. Om het nog erger te maken, ontvangen zij geen ondersteuning als ze particulier moeten huren. Huurprijzen van meer dan 1000 euro per maand, zonder enige vorm van tegemoetkoming. We zullen koopwoningen bereikbaarder moeten maken met instrumenten als koopgarant of duo-koop en de maximale ruimte benutten die woningcorporaties hebben om wat voor deze groep te betekenen. En als mensen dan toch in de vrije sector moeten huren, dan moeten we goed opletten dat de huurprijzen niet te snel stijgen.
3. De frictie tussen woningbouw en het behoud van een gezonde leefomgeving
Een gevaar dat op de loer ligt is dat de verdichting van de stad en de dorpen ten koste zal gaan van een gezonde leefomgeving. De openbare ruimte moet een plek blijven voor een ommetje hardlopen, voor een picknick bij warme zomerdagen en waar gespeeld wordt in aantrekkelijke speeltuinen. We zullen erop moeten letten dat verdichting geen doel op zich wordt, maar een middel om de woningnood tegen te gaan. Er moet aandacht zijn voor ‘gentle density’. Het is daarbij belangrijk dat architecten en ontwikkelaars oog blijven houden voor de sociale gevolgen van hun ontwerp. Laten we kijken hoe we de openbare ruimte rondom gestapelde bouw en hoogbouw weer aantrekkelijk kunnen maken. Zorg in het ontwerp van woningen en flats voor (verticaal) groen, voor speel- en verblijfsgelegenheden die makkelijk bereikbaar zijn vanuit de woningen. Laat bewoners beseffen dat de ruimte om hun huis of complex hún ruimte is. Waar je voor moet zorgen en waar je profijt van kunt hebben.